Pronk ziet probleem bij FC Utrecht: "Voor ons moeilijker geworden"
In dit artikel:
FC Utrecht probeert met een nieuwe samenwerking met RB Leipzig zijn stagnerende jeugdopleiding op Zoudenbalch weer op gang te brengen. De club erkent dat het de laatste jaren nauwelijks spelers uit eigen jeugd structureel naar het eerste elftal heeft gebracht en ziet de partnerschap met de Red Bull-club als instrument om kennis en spelersuitwisseling te organiseren. Leipzig-trainer David Wagner wijst op overeenkomsten in speelwijze (onder meer 4-3-3) en legt uit dat clubs van elkaar spelers kunnen laten meedraaien in oefenwedstrijden; Utrecht hoopt daar ook jeugdspelers voor in te zetten.
Technisch directeur Robin Pronk benadrukt een tweerichtingsvoordeel: Leipzig kan helpen bij scouting en ontwikkeling van oudere jeugd, terwijl Utrecht zijn expertise in de categorie 11–14 jaar kan delen. Praktijkresultaten laten een dubbel beeld zien: Utrecht Onder-14 won met 1-4 van Leipzig, maar bij oudere leeftijden loopt Utrecht achter — Onder-19 verloor recent van RB Salzburg (3-1) en van Leipzig (4-0). Een belangrijke oorzaak is vroegtijdig wegplukken van talenten door grotere clubs, ondanks een bestaan-de gentlemen’s agreement; Utrecht werkt aan betere afspraken en profilering.
Pronk wijst er ook op dat de structureel sterkere prestaties van het eerste elftal het lastiger maken om jeugdspelers kansen te geven. Ondanks teleurstellingen — namen als Fabian de Keijzer en Tommy St. Jago bereikten het eerste niet — is er ook hoop: dit seizoen komen zestien spelers van eigen jeugd in Jong Utrecht, en enkele talenten zijn al doorgeschoven. Pronk definieert echte doorbraak ruim: 60–80 wedstrijden, een transfer en internationale carrière zoals bij Ramselaar, Vorm, Klaiber en Braafheid.